Hallo Metallo? Mondelinge (publieks)geschiedenis, empathie – en koffie
Auteur: Stijn Knuts
– 22 augustus 2024 –
Van Genk tot Ieper: in de eerste zes maanden van 2023 doorkruisten mijn collega Hans en ik Vlaanderen. We spraken met tientallen mensen uit de metaalsector. Van arbeiders tot ingenieurs, van lassers tot bedrijfsleiders. Het resultaat? Meer dan 30 interviews. Maar ook: nieuwe inzichten rond oral history en publieksgeschiedenis.
Leven en werk, werk en leven
De opdrachtgever voor die ronde van Vlaanderen was het Gentse Industriemuseum. 2023 stond voor dat museum in het teken van metaal. Met als meest zichtbare resultaat de expo Ferro Non Ferro, die je meeneemt op reis door de diverse metaalsector. Maar ook met een groot interviewproject met (voormalige) werknemers en werkgevers uit die sector, om zo nieuwe bronnen te vormen voor de museumcollectie.
Die interviews moesten breed gaan, verder dan enkel feiten verzamelen of specifieke bedrijfsgeschiedenissen in kaart brengen. Natuurlijk vroegen we vertellers naar hun professionele carrière en naar de evoluties die ze beleefden binnen de sector. Maar we polsten ook naar de rest van hun leven, van opleiding, over gezin, tot vrije tijd.
Benieuwd naar hoe dat klonk? Luister hieronder naar een montage waarin enkele vrouwelijke metallo’s vertellen over het leven als vrouw op de werkvloer.
Dat is een vorm van wat mondelinge historici de levensloopbenadering noemen. De interviews gaven inzicht in hoe mensen hun werk een plek gaven in het geheel van hun leven. Maar de werkmethode was ook niet zonder uitdagingen, zoals we al snel ontdekten.
Koffie? Koffie!
Want meer dan dertig interviews, dat zijn ook meer dan dertig unieke persoonlijkheden. Elk met hun eigen gevoeligheden, elk met hun eigen redenen om deel te nemen.
Al die mensen de ruimte geven om zichzelf te zijn is cruciaal, zo wisten we al uit de vele interviews die we eerder afnamen. En dat zagen we hier weer bevestigd. Een goede oral historian is empathisch en flexibel. Daarom dat we bijvoorbeeld de meeste vertellers in hun vertrouwde thuisomgeving interviewden, niet in het museum zelf. Dat we onze opnameapparatuur zo discreet mogelijk opstelden. Dat we elke aangeboden kop koffie of glas water met plezier aanvaarden (interviewen is sowieso dorstig werk). En dat we mensen zo vrij mogelijk lieten vertellen, ook al sloten hun antwoorden niet altijd rechtstreeks aan op onze vragen.
You can’t always get what you want
Natuurlijk verloren we nooit het einddoel uit het oog. Van elke verteller wilden we nog altijd weten hoe hun carrière in de metaalsector was verlopen en hoe ze die hadden beleefd. Maar om daar te geraken, was de kortste weg vaak de slechtste. Als je tijdens een interview wil weten welke vraag je wanneer moet stellen, dan moet je je gesprekspartner eerst een beetje leren kennen. Dat vraagt misschien tijd, maar het zorgt wel voor de beste resultaten.
Nog een inzicht daarbij: die resultaten waren niet altijd zoals we hadden verwacht. Geïnterviewden met een interessant profiel bleken soms matige vertellers – en omgekeerd. Sommige vertellers bleven dan weer gesloten over hun persoonlijk leven.
Was dat soms teleurstellend? Zeker. Maar het was ook oké. Mensen laten zich niet altijd in het keurslijf van een vragenlijst dwingen. Iedereen heeft zijn of haar eigen verhaal en manieren om dat te vertellen. Het is aan ons om er waarde en betekenis in te zoeken. Ook dat was een uitdaging die publiekshistorici herkennen.
Het resultaat ontdekken?
De samenvattingen van alle interviews worden binnenkort ontsloten op de website van het Industriemuseum. Korte montages zijn te beluisteren in de expo Ferro Non Ferro. En in het tijdschrift Brood & Rozen verscheen een uitgebreid artikel over het interviewproject.
Gerelateerde projecten
Schrijf in op onze nieuwsbrief en word als eerste op de hoogte gehouden van onze lopende en afgewerkte projecten!