Onder de mat of op tafel? Omgaan met moeilijke verhalen bij geschiedenis in opdracht

Auteur: Veronique Van Humskerke

– 3 mei 2024 –

Een jubileum is het perfecte moment voor bedrijven en organisaties om uit te pakken met hun geschiedenis. Met een publicatie of tentoonstelling kunnen ze mijlpalen en verwezenlijkingen in de verf zetten. Maar wat met gebeurtenissen waarop je niet trots kan terugblikken? Veeg je die donkere bladzijden onder de mat? Of leg je ze op tafel?

Als historisch projectbureau wordt Geheugen Collectief regelmatig gevraagd door private opdrachtgevers, zoals bedrijven of andere organisaties, om onderzoek te doen naar hun geschiedenis. Voor het tijdschrift Museumpeil lichtten we toe hoe wij omgaan met gevoelige thema’s en schurend erfgoed. Bemoeilijkt onze positie als opdrachtnemer onze kritische blik als historicus?

Een ongenode gast

Een bedrijf dat 100 wordt, heeft een groot deel van de 20e eeuw meegemaakt. Eigenaars zijn vanzelfsprekend trots op die lange staat van dienst. Maar de 20e eeuw draagt ook collaboratie, kolonialisme en discriminatie met zich mee. Familieruzies, fraude, vervuiling en sociale onrusten zijn van alle tijden. Het hoeft dus niet te verwonderen dat je lastige verhalen tegenkomt, wanneer je in het verleden duikt.

De concrete aanleiding voor een bedrijfsgeschiedenis is vaak een feestelijke gelegenheid – bijvoorbeeld een jubileum of het aantreden van een nieuwe generatie aan de top. Lastige verhalen zijn dan een ongenode gast. En toch, zo blijkt uit onze praktijk, mag je niet veronderstellen dat een private opdrachtgever de geschiedenis niet recht in de ogen durft kijken.

Wiens brood men eet?

Het einddoel van onze opdrachten is vaak een publieksgericht product, zoals een boek of een expo. Maar wat met die zwarte bladzijden? Steden, musea of erfgoedverenigingen schuiven ook vaak op hun stoel bij lastige verhalen, maar een private opdrachtgever zou ze gemakkelijker onder de mat kunnen vegen: er zijn meestal weinig mensen op de hoogte van het onderzoek en er kijkt geen onafhankelijk wetenschappelijk comité toe. De opdrachtgever – het voorwerp van het onderzoek – financiert het onderzoek zelf en informatie uit eigen, private archieven is geen openbare kennis. In tegenstelling tot informatie uit publieke archieven.

Toch pleiten wij er als publiekshistorici steeds voor om de donkere kanten van het verhaal onder ogen te zien. De geschiedenis verdraaien of verbloemen is voor ons als historici een no-go. Daar trekken we resoluut een lijn. Wel bekijken we samen met onze opdrachtgever hoe belangrijk het is om het verhaal te brengen, en hoe dat op een goede manier kan.

De publiekshistoricus als gids

Voor die beslissing bestaat geen determineertabel. Er speelt een wisselwerking tussen het inhoudelijke belang van het verhaal en de vorm van het eindproduct. Bij die afweging krijgt de publiekshistoricus de kans om een waardevolle rol te spelen: dankzij zijn kennis en expertise is hij uitstekend geplaatst om de opdrachtgever daarbij te begeleiden.

De publiekshistoricus kan het historisch belang van een verhaal inschatten, het historisch-kritisch kaderen en helpen besluiten hoe het verteld kan worden binnen een concreet eindproduct. Bij dat laatste zijn het opzet en de vorm van belang: een exhaustief boek heeft de ambitie en de ruimte om het volledige verhaal te vertellen, daar horen de moeilijke episodes ook bij. Een tentoonstelling heeft een specifieke insteek, waardoor andere thema’s – zowel positieve als negatieve – automatisch onbesproken blijven.

Niet alleen het opzet, ook het historisch belang speelt mee in de overweging. Sommige verhalen zijn zo gewichtig, dat je er niet omheen kan. Alleen door ze te vertellen, doe je recht aan de geschiedenis. Als er geen ruimte is om ze te vertellen, moet je ruimte maken. Maar niet elk verhaal moet verteld worden. Familieruzies hoeven bijvoorbeeld niet uitgesmeerd te worden als ze niet bepaalden welke richting het bedrijf of de organisatie uitging.

Binnen een expo is de ruimte om verhalen te vertellen en te duiden beperkt. De scope van het project is dan de leidraad om te bepalen voor welke lastige verhalen je ruimte maakt. Zo maakten we voor Audi een expo over hun fabriek in Vorst. De expo ging niet over de auto-industrie, wel over de geschiedenis van de fabriek. Sociale onrusten op de werkvloer verwerkten we in de expo. Thema’s als het klimaat of de autolobby kwamen niet aan bod, omdat die nu eenmaal niet tot de insteek behoorden. Censuur? Nee, een bewuste keuze die geen onrecht doet aan de geschiedenis, en wel recht doet aan het eindproduct.

Gerelateerde projecten

Audi Brussel. De weg naar 8 miljoen

Een boeiende expo over Audi Brussels, waar de 8 miljoenste auto van de band rolde
Lees meer

Kaproen

We bewezen dat Willy Vandersteen tijdens WOII antisemitische spotprenten maakten onder het pseudoniem Kaproen. Ons onderzoek sloeg in als een bom.
Lees meer

Schrijf in op onze nieuwsbrief en word als eerste op de hoogte gehouden van onze lopende en afgewerkte projecten!

website: mandarijn.be